...dan denk, voel en doe ik dit

Het gevolg van trigger / gebeurtenis is dat er in jouw lichaam onbewust (en soms ongewild) dingen beginnen te gebeuren omdat je té veel informatie te verwerken kreeg. Het gaat dus over wat die triggers bij ons veroorzaken en nog niet over hoe we er mee omgaan.

VOORBEELDEN

  • Als ik heel nerveus word, trilt mijn linkerbeen, ga ik onbewust meer met mijn pen spelen en ben ik sneller geïrriteerd.
  • Als ik weet dat de leerkracht me dadelijk iets gaat vragen krijg ik het warm, word ik rood, begin ik te zweten, denk ik dat mijn antwoord niet goed genoeg zal zijn, heb ik het gevoel dat iedereen me zal uitlachen. Van alle stress begin ik dan ook nog eens te stotteren…

We spreken hier over ‘onbewuste’ dingen, maar dat is niet helemaal waar. Hoe meer we hierover gaan nadenken, hoe meer je in staat bent om op te merken wat je doet (rood worden, een been dat begint te trillen, beginnen stotteren enz.) en dat is goed! Het idee is niet dat je dit gaat proberen tegen te houden, maar wel dat je opmerkt wat er dan gebeurt. Zo kan je via je eigen lichaam ‘aflezen’ dat spanning en emoties beginnen te stijgen of dalen. Met andere woorden: je kan aan je eigen lichaamstaal herkennen hoe het met je gaat.

En dat is best handig. Want zelfs als je de trigger / moeilijke gebeurtenis niet herkend hebt, kan je eigenlijk aan je eigen lichaam aflezen dat er iets aan de hand is.

“Gevolgen van triggers” klinkt echter wat vaag. Daarom maken we een opdeling in drie categorieën om het overzichtelijk te maken

Wat denk ik? Deze categorie omvat alle gedachten in je hoofd.Bv.

  • Ik kan alles aan;
  • Ik ben het waard;
  • Ik ben waardeloos;
  • Ik sta er alleen voor;
  • Ik ben blij met een vriend als jij;
  • Ik sla haar zo op haar gezicht;

Wat voel ik? Dit is subjectiever en niet meetbaar. Deze categorie zoekt naar jouw gevoel.Bv.

  • Ik voel me kalm;
  • Ik voel we wat gespannen;
  • Ik voel me in de steek gelaten;
  • Ik voel me machteloos;
  • Ik voel dat ik op ontploffen sta;

Wat doe ik? Dit zijn dingen die letterlijk meetbaar zijn. Zowel de dingen die in je lichaam gebeuren als de dingen die anderen zien.Bv.

  • meer door mijn haar wrijven;
  • mijn vuisten opspannen;
  • hoofdpijn krijgen;
  • mijn vingers kraken;
  • met mijn vingers trommelen op tafel;
  • meer naar de wc moeten;
  • rood worden in mijn gezicht;
  • de tranen springen in mijn ogen;

AAN DE SLAG:
Schrijf rechts van de thermometer en in de juiste kleur wat je daar denkt, doet en voelt na een trigger.

Tips:

  • Er is geen goed of fout, dit is hoe jij het ervaart.
  • Wees specifiek en concreet.
  • Het kan zijn dat symptomen groter of erger worden als je je hogerop in de thermometer bevindt.
    bv. in groen ben ik kalm, in oranje prikkelbaar en in rood extreem boos.
  • Wees niet te streng voor jezelf: het is niet haalbaar om van de ene dag op de andere al je signalen en gedachten in kaart te kunnen brengen.
  • Spreek hierover met mensen die je vertrouwt. Hoe langer deze mensen jou kennen, hoe meer kleine voorbeeldjes ze waarschijnlijk gaan kunnen geven. Dit is belangrijk om meer zicht op jezelf te leren krijgen.
  • Als je het moeilijk vindt om emoties te benoemen, ga dan online op zoek naar lijsten met emoties. Die kunnen helpen om meer taal te zoeken voor wat je voelt.

OM OVER NA TE DENKEN:
Hierboven hebben we het vaak over lastige gebeurtenissen.
Maar je kan de vraag ook omdraaien: kan je opmerken wat er in jouw lichaam gebeurt als je iets fijns ervaart? Hoe reageert jouw lichaam op een compliment, een eerste kus, een warme knuffel, een goed concert? Al deze lichamelijke reacties hebben ook een plaats op jouw signaleringsplan. Vermoedelijk in het groen, maar misschien ook in oranje of lichtblauw, omdat ook fijne gebeurtenissen spannend kunnen zijn.